Week 16: op naar het warme zuiden en wakker worden gemaakt door een olifant

11 juli 2021 - Epupa, Namibië

Maandag 5/7: we starten de ochtend met wederom dikke mist in Swakopmund. We ruimde alle spullen op en stopte ze maar nat weg want ja de mist was nog niet zo snel verdwenen aan de kust. We reden naar de supermarkt waar grote inkomen gedaan werden en geld gepind voor de rest van de reis. Nog even een dikke 110 L diesel tanken en we konden vertrekken voor een redelijk lange rit. Onze eerste tussenstop vandaag is Cape Cross Seal Reserve. Hier kunnen (afhankelijk van het tijd van het jaar) tot 100.000 pelsrobben liggen op het strand. Vandaag was het druk bevolkt door de pelsrobben (niet door toeristen, want die waren er niet). In vergelijking met 5 jaar geleden hebben ze een flink stukje van de parkeerplaats, wandelpadje en picknick bankje ingenomen waardoor we niet meer over het wandelpad lopen konden om te zien hoeveel er nog op het strand lagen. Deze duizenden pelsrobben gaan samen met een ongelofelijke stank van uitwerpselen, vis en dode pelsrobben. Zelfs mondkapjes helpen hier niet tegen en tot een half uur later ruik je het nog altijd. Na deze stop zette we onze rit verder opweg naar Twyfelfontein. Het was een hopeloze gravelweg waar we maar liefst 400 km over moesten rijden en enigzins door elkaar geschud aankwamen. Vandaag stonden we op een community campsite. Wat inhoudt dat deze gerund wordt door de lokale bevolking waar je voor een kleine vergoeding dan mag overnachten. Verwacht geen luxe want dat is het niet. Neem genoegen met WC’s zonder deuren, geen elektriciteit en douches in de openlucht met alleen de eerste 5 minuten warm water en erna koud. De ligging daar integen is wel luxe. Aan de droge rivier Aba Huab die mooi gelegen is en waar met enige regelmaat de woestijnolifanten een bezoekje brengen. ‘S nachts ga je dan liever ook niet meer je tent uit. We maakte het kampvuur aan en kookte erop om erna marshmallows erop te verwarmen. Die met regelmaat bij mij vlam vatte. Gelukkig wordt het ook steeds warmer buiten en vooral ‘s avonds waardoor we langer buiten kunnen blijven zitten zonder in te vriezen. 

Dinsdag 6/7: we werden gewekt door een vogel die zijn snavel pas hield na 5 minuten. Voor de verandering was het vannacht warm in de tent. We ontbeten op ons gemak om erna opweg naar de rotsgravures te gaan. Doordat er maar 1 andere groep toeristen waren kreeg ieder een eigen gids mee zodat er toch nog een beetje werk was voor hun. De rotsgravures zijn gemaakt door de bosjesmannen en zijn zo een 2.000-6.000 jaar oud. Ze maakte tekeningen van verschillende dieren die er in dit gebied woonde en maakte kaarten waar er water te vinden was en welke dieren erbij stonden. In dit rots achtige gebied zijn de tekeningen nog goed bewaarde gebleven. Eenmaal boven op de rotsen zagen we in de verte de woestijnolifanten lopen in de richting waar we heen gingen. We hadden tenslotte hun voetstappen al gezien bij de rotsgravures, daar kijk je tenslotte niet even omheen. Onderweg naar ons volgende doel hadden we ze al snel gevonden verstopt tussen de bosjes waar we rustig stonden te chillen, we telde er 7 stuks. Na een klein onderbreking kwamen we iets later terug op het punt waar we ze gezien hadden en zagen dat ze gestart waren met lopen en bleken het er in totaal 13 te zijn met nog een paar wat jongere olifantjes erbij. We volgde ze met de auto op gepaste afstand. In de rivier besloten er 4 olifanten voor een andere richting te kiezen dan de rest van de groep. Deze konden we volgen omdat ze langs de weg liepen. Ze gingen naar de lodge waar we 5 jaar geleden verbleven daar bleek een waterplaats te zijn. Hier gingen ze uitgebreid drinken en knoeide de 2 jongere olifantjes met water. We stonden op een meter of 5 ongeveer er vanaf. Na enige tijd waren ze klaar en liepen ze weg waarschijnlijk opweg naar de rest van de groep. Erna gingen we terug en deden rustige aan. Lars zocht hout voor het kampvuur en ik las rustig mijn boek uit. ‘S avonds werd het kampvuur weer aangemaakt en de marshmallows vatte wederom vlam. Zo bleven we nog een nachtje op de hele lege campsite. 

Woensdag 7/7: na wederom een warme nacht werd alles ingepakt om vandaag maar 100 km te rijden naar onze volgende plaats: Palmwag. Hier bleken we weer eens de enige te zijn en en huisolifant Jimbo stond ons al op te wachten bij het restaurant. We besloten er te gaan lunchen gezien ik wist van 5 jaar geleden dat de lunch erg lekker was. Na de lunch kiepte we onze spullen weer uit de auto en doken in onze zwemkleding. We trotseerden het ijskoude water en warmde weer op in de zon. Jimbo stond zich ook rustig te douchen met modder onder toezicht van maar 2 toeristen (wij 2). Erna werd er gedoucht met deze keer wel warm water en gekookt. Morgenvroeg moeten we tenslotte vroeg opstaan voor onze activiteit. 

Donderdag 8/7: hoe wordt je beter wakker gemaakt dan om half 5 door Jimbo de olifant die een rondje wandelt over de camping. Wie het antwoord heeft mag het me laten weten. Met veel geluid stormde hij de camping op waarna hij hem ook weer met veel geluid verliet. Gezien we toch om 6:15 moesten opstaan was deze iets vroegere wekker niet helemaal gewenst. Vandaag gingen we tenslotte op damaraland wildlife safari. Voordat we verder gaan over deze dag, leg ik eerst uit wat er zo bijzonder is aan Damaraland. Damaraland ligt in het noord westen van Namibië en is de enige plaats waar wild dieren nog echt in het wild wild leven zonder hekken eromheen (ook om Etosha staat een hek). Vroeger bestond die deel uit veel vulkanen die vandaag nog altijd te zien zijn maar nooit meer zullen uitbarsten en veranderd zijn in bergen. Hun stenen zijn dan ook overal te vinden en diep rood van kleur met bij sommige binnenin kristal. Dit gezegd te hebben gaan we verder met onze ijskoude begin van de dag achterop een safari auto samen met onze gids. Onderweg pikte we nog een ranger op die met ons mee ging. Normaal wordt deze activiteit met 10 toeristen gedaan vandaag was het alleen ons 2. Al snel waren de eerste giraffen en springbokjes gevonden voordat de zon uberhaupt al opgekomen was. De zonsopgang vondt plaats en we ontbeten samen met de gids en de ranger boven op de berg met uitzicht op rhino valley (neushoorn vallei). Onderweg kwamen we pootafdrukken tegen van leeuwen (2 dagen oud), neushoorn (4 dagen oud), olifanten (3 weken oud) maar verdere dieren dan giraffen, zebra’s en springbok kwamen we nog niet. Het werd steeds warmer en de kans op grote dieren neemt dan af. Totdat we de rhino monitoring werknemers tegen kwamen die vanochtend 2 zwarte neushoorns gezien hadden. Deze werknemers verblijven 20 dagen in dit gebied om 1 keer per dag de zwarte neushoorns lopend te gaan zoeken om zo de kans op jacht en doden van deze dieren te verminderen. De zwarte neushoorns staat tenslotte op de lijst van bedreigde diersoort en is gewild bij jagers voor hun ivoren hoorns. Deze werknemer ging met ons mee zodat we hem makkelijker konden vinden. Na een lange zoektocht en een wandeling van 1 km door de stenen en grassen. Vonden we dan toch 2 vrouwelijks zwarte neushoorns, moeder en dochter, verstopt tussen de bosjes. De neushoorns staan op het lijstje van de big five dus op een veilige afstand van 200 m konden we ze zien. Ze hadden ons gehoord maar deden verder niks. Met een beetje risico voor eigen leven zagen we dus een van de bedreigde dieren die maar zelden nog vrij rondlopen in de natuur zoals deze 2. We liepen weer terug en zette de werknemer af bij zijn slaapkamp. Het enthousiasme van iedereen was groot dat het gelukt was er zelfs 2 te vinden dat we bijna de olifant over het hoofd zagen die op de berg liep. Maar eerst tijd voor lunch tussen de bomen naast de pootafdrukken van leeuwen en olifanten, er bestaan minder risicovolle plaatsen om te gaan lunchen. De ranger legde ons uit hoe ze moesten noteren welke neushoorn ze gezien hadden en dat ze allemaal een eigen kenmerk hadden om zo te kunnen controleren of ze er nog allemaal waren. Hiervoor moet men een studie afleggen en goed alleen kunnen zijn om 20 dagen zonder voorzieningen te leven. Dit alles doen ze om de zwarte neushoorns in het wild te beschermen en met succes want de populatie groeit ieder jaar weer. Buikjes vol en we konden weer gaan. Waarna we nog geen 5 minuten onderweg waren en onze weg geblokkeerd werd door een grote groep olifanten. Het zijn wilde olifanten en die moet je met veel afstand passeren en geduld is hier een schone zaak. Eens wat anders dan file op de autobaan. Ze besloten dat de struikjes iets verder op intressanter waren nadat iemand met 2 stenen op elkaar te slaan ze duidelijk maakte dat er ook nog mensen voorbij willen rijden in dit gebied. We ronden er langs maar niet voor lang. Want de bocht om en daar stond de volgende kudde olifanten alweer op de weg. Deze wilde niet schuiven bij het horen van te stenen en begonnen dreigend met hun oren te flapperen. Uit eigen veiligheid werd het geweer geladen in het geval hun ons aanvielen. De alternatieve routes over de stenen werden bekeken maar er zat niet veel meer op dan wachten tot ze ver genoeg van de weg af waren tot we er langs konden. Dat duurde een tijdje maar uiteindelijk waren ze van de weg afgestapt. De gids besloot heel rustig er heen te rijden dat ze in de gaten hadden dat we er langs wilde en erna met vol gas voorbij de olifanten te rijden voor eigen veiligheid met een geweer dat op scherp stond. De flapperde wild met hun oren en trompetterde en de kleintjes doken weg achter hun ouders maar we kwamen er langs zonder dan iemand gewond raakte. Deze hele situatie werd vanaf de berg bekeken door een paar giraffen. We reden terug naar onze camping waar we om 16:30 terug waren. In totaal hebben we gezien: 8 zebra’s, 11 giraffen, 10 springbokjes, 23 olifanten en 2 zeldzame zwarte neushoorns. Moe en voldaan kwamen we terug waarna we genoten van de zonsondergang en al het moois dat achter ons lag. 

Vrijdag 9/7: het was onze natuurlijke wekker weer die om 7:30 afging. Deze keer was het geluid wel heel dichtbij en maakte ik Lars wakker die nog niets gehoord had. Het geluid klonkt van vlak naast onze tent en na het zijflapje open gemaakt te hebben zagen we alleen een slagtand en veel grijs zo dichtbij stond hij. Zijn slurf raakte dan ook makkelijk onze tent. Hij hoorde ons en besloot wat op te schuiven en zijn behoefte in het bosje naast onze auto te doen. Hij liep rustig voor onze auto weg en sloopte onderweg nog een houten hekje van de camping en liep terug het riet in. Jimbo was weer langs geweest en op een afstand van een halve meter naast ons gestaan. Het hekje werd bekeken en het leek erop alsof die al vaker kapot gelopen was omdat het hem niet beviel. We gingen ontbijten en aankleden. Waarbij Jimbo zich in het riet bij onze campingplaats liet neervallen om te gaan slapen. Voor wie het niet weet, olifanten snurken keihard. Onze auto werd ingepakt en klaar voor vertrek en Jimbo werd wakker om ons uit te zwaaien. Vandaag een dikke 200 km rijden van het noordelijkste stadje Opuwo. Hier kwamen we in de middag aan waar we wederom als enigste op de camping waren. We mochten het zwembad van de lodge gebruik maken waar het water ongelofelijk koud was maar het uitzicht hartverwarmend over de bergen van Opuwo. Het stadje Opuwo zelf wordt vaak voor gewaarschuwd wegens veiligheid. Het was dan ook overvol aan mensen waarvan de stammen Himba en Herero duidelijk te herkennen waren vanwege hun kleding. We kookte en de campingplaats werd bewaakt door een man van security met een groot pistool. Veilig gevoel is anders maar soms is dan het risico van reizen in afgelegen plaatsen in Afrika. 

Zaterdag 10/7: worden we een keer niet wakker van Jimbo is wel van jakkende katten. Na een nacht van een onveilig gevoel waren we blij toen het licht was en we konden ontbijten het stadje gingen verlaten. Korte stop bij de supermarkt waar iedereen me groette en raar aankeek. Om erna 180 km te moeten rijden naar Epupa. Hier deden we in totaal een dikke 2,5 uur over wegens het hopeloze kwaliteit van de gravelweg. Het dorpje Epupa is het laatste puntje van Namibië aan de rivier Kueno. Aan de overkant van de rivier ligt het gesloten en onbekende Angola. Deze rivier draagt altijd water waardoor er heel veel groen te zien is opeens na een vooral droog landschap eraan vooraf. Na de lunch bezochte we de bekende Epupa Falls. De kleine maar diepe waterval maakte veel lawaai en zag er mooi uit na de zo rustige rivier. Teruglopend door het dorp was het de vraag wie is hier de attractie: wij als toeristen of de mensen die hier wonen. We werden dan ook veel bekeken door de lokale bevolking want toeristen komen er de laatste 1,5 jaar nog maar minimaal. We kookte en douchte waarbij het water nog werd opgewarmt door een vuurtje te maken. De douches en wc op deze campsite zijn zonder dak en deur en volledig in de open lucht. Douchen in de zon heeft voordelen je wordt snel droog maar de muggen zijn dan ook snel van de partij. 

Zondag 11/6: de dag begon weer vroeg maar niet gewekt door dieren deze keer. Vanochtend gaan we de stam de Himba bezoeken in een nog traditioneel dorp met een gids die zelf ook Himba is en de taal spreekt. De Himba bekend door hun schaarse kleding, rode huiden en haar is hier het noorden nog overal te vinden en leven nog zoals hij vroeger was. In hun kleien hutjes liepen de kinderen ronden en vlochten de vrouwen elkaars haren in. Een himba dorp zoals het is ook zonder toeristen. We leerde over hun gebruiken, gewoontes en hun leven. Waarbij we ook een inkijkje kregen in hun hutten. Als cadeautje had de gids eten voor hun meengenomen. Pasta, soep, suiker, maliepap, thee en vaseline. Hiervan kon de hele familie 2 dagen eten. We zochten nog aan de rivierkant naar krokodillen, die we helaas niet vonden. ‘S middags werd het plan gemaakt voor de komende paar dagen want het was tenslotte een dikke 30 graden buiten en dat in de winter van Namibië. De camping werd opeens overspoeld met geiten die hier eigenlijk niet horen. We liepen voor de zonsondergang naar de epupa falls. Helaas bleek de zon net achter de bergen te zijn verdwenen en zagen we alleen nog de gloed. We liepen terug naar de camping waar de andere nederlanders die we al sinds het zuiden van de reis zijn tegengekomen ook hun intreden op de camping gemaakt hadden. Nadat we 2 uur met hun gepraat hebben gingen we terug om nog snel wat te eten voordat we gaan slapen want morgen is het weer vroeg opstaan om naar Etosha te gaan.

1 Reactie

  1. Donia:
    11 juli 2021
    Waauw
    Een ervaring voor de rest van jullie leven,
    Nog veel reis plezier